Stripverhaal

Een stripverhaal maken over hoe de oplossing werkt om het probleem op te lossen.
Voorbeeld: Leerlingen maken een opeenvolging van vijf tekeningen over het gebruik van hun 'buddy bench': wat gebeurt er allemaal of kan er gebeuren wanneer ze op de speelplaats een bank plaatsen waarop leerlingen kunnen gaan zitten wanneer ze zich alleen voelen, willen samen spelen, …
Afh. van de context
3-4
Fototoestel, computer/tablet
Verloop
  1. De leerlingen krijgen per groep de opdracht om foto’s te nemen of tekeningen te maken van hoe een oplossing precies werkt om het specifieke probleem op te lossen. Hoe dat precies georganiseerd kan worden, hangt natuurlijk af van de context. De bedoeling is dan om de foto’s of tekeningen chronologisch in een ‘stripverhaal’ te zetten, zodat duidelijk wordt hoe de oplossing werkt.  
  2. Het stripverhaal op zich moet voldoende duidelijk zijn hoe de oplossing werkt, zonder dat daar extra uitleg voor nodig is. 

  3. Bij deze opdracht is het ook belangrijk om een aantal criteria af te spreken over wat zichtbaar moet zijn op de tekeningen/foto’s.

    Bijvoorbeeld: 
  • Wat (Wat doen we? Wat gebeurt er?) 
  • Waar (Waar zijn we precies?)  
  • Wie (Wie is betrokken?)  
  • Wanneer (Wanneer gebeurt dit precies?) 
  • Waarom (Waarom gebeurt dit? Waarom is dit?) 
  • Hoe (Welke materialen worden gebruikt?) 

Spreek ook een maximum af voor het aantal foto’s/afbeeldingen dat er per groep genomen kan worden. Bv. 20