Schaduwen
De leerlingen dompelen zich onder in de beleving van anderen.
Voorbeeld: Leerlingen brengen tijd door met andere personen die ook bij het probleem betrokken zijn: oudere of jongere leerlingen, leerkrachten, directie, refterhulp, … Leerlingen observeren hun gedrag, gevoelens en stellen vragen.
50
2
Papier, potlood
Verloop
- De leerlingen bepalen wie allemaal betrokken is bij het probleem. Deze informatie kunnen ze onder andere halen uit hun brainmap.
- De leerlingen kiezen één of meerdere personen die ze graag willen volgen. De leerlingen vragen toestemming aan de betrokken personen, verduidelijken wat ze zullen doen en waarom ze dit zullen doen. Er wordt een plaats en tijd afgesproken.
- De leerlingen bepalen wanneer zij deze persoon willen volgen: bv. tijdens de les, tijdens de speeltijd, in de studie, …Er wordt een plaats en tijd afgesproken.
- De leerlingen volgen de persoon. Ze noteren wat ze waarnemen. Wat doet de persoon? Ze letten ook op de emoties die de personen hierbij ervaren. Hoe voelt hij of zij zich hierbij? Indien de situatie het toelaat, kunnen ze ook vragen stellen zoals ‘Waarom wordt dit op deze manier gedaan’?
- De leerlingen brengen hun bevindingen samen en bespreken wat ze ontdekten. Welke inzichten over het probleem kunnen ze hieruit afleiden?
Tips & tricks
Tijdens het schaduwen kan de observator ook foto’s nemen. De leerlingen kunnen deze foto’s gebruiken tijdens de nabespreking.