Denkhoeden

De problemen worden vanuit een bepaalde invalshoek bekeken, met als doel tot een selectie te komen.
Voorbeeld: Leerlingen zetten een hoed op met een bepaalde kleur en bekijken het probleem vanuit deze invalshoek.
Vb. Rood : de speelplaats is nogal saai
Vb. de speelplaats biedt weinig mogelijkheden tot spelen, rustig praten of zitten.
40
3-4
Hoeden of kaartjes met verschillende kleuren.
Verloop
  1. De leerlingen zetten een hoed op met een bepaalde kleur. 
  2. De leerlingen bekijken het probleem vanuit de invalshoek die past bij de kleur van de hoed.
    • Rood: emotioneel
      Welk gevoel roept het probleem op?
    • Wit: Informatief
      Welke informatie hebben we nodig om het probleem op te lossen? Wat weten we wel, wat weten we nog niet en moeten we nog opzoeken? Waar vinden we deze info?
    • Zwart: bedreigingen
      Welke moeilijkheden kunnen we ondervinden? Zijn er risico's?
    • Geel: kansen
      Waarom zal het ons lukken om het probleem op te lossen? Welke mogelijkheden hebben we?
    • Groen: creativiteit
      Hebben we hier een originele context, probleem of zijn er creatievere mogelijkheden?
    • Blauw: proces
      Haalbaarheid? Tijd, budget, hulp? 
  3. leerlingen bespreken hun bevindingen met de klasgroep.
Tips & tricks
  • Leg de leerlingen uit dat er verschillende aspecten zijn die bepalend zijn of het uitwerken van het probleem al dan niet zal slagen.
  • Er kunnen denkhoeden weggelaten worden.
  • Voor oudere leerlingen kan gewerkt worden met andere attributen.
  • De denkhoeden kunnen ook personen/functies voorstellen. We bekijken het vanuit de invalshoek gebruiker, directeur, leerkrachten, ouders, leerlingen, ...