Scoren

De verschillende problemen een score geven om zo tot een selectie te komen.
Voorbeeld: Leerlingen krijgen zeven knikkers die ze moeten verdelen over vijf probleemstellingen. Elke groep verdeelt de knikkers, het idee met de meeste knikkers blijft.
5
3-4
7 knikkers, beker (of een balpen, stokjes, dopjes, …)
Verschillende probleemstellingen
Verloop
  1. De leerlingen delen scores uit aan de verschillende probleemstellingen.  De leerlingen krijgen X aantal punten (knikkers) die ze moeten verdelen over de verschillende probleemstellingen. 
  2. Het idee met de hoogste score blijft. 
Tips & tricks 
  • Doe dit bij voorkeur in groep, zo moeten leerlingen samen een beslissing maken, hierbij zullen ze verschillende argumenten in overweging moeten nemen om tot een gezamenlijke beslissing te komen. 
  • Geef bij voorkeur een oneven aantal punten (knikkers), zo kunnen leerlingen niet aan elke groep evenveel punten geven. 
  • Bij een groot aantal probleemstellingen kunnen er 9 of 11 punten (of knikkers) gegeven worden. 
  • Indien knikkers moeilijk zijn kan dit ook met stokjes of kroonkurkjes, dopjes of blokjes.